juni 2019

FICTIEVE ERFRECHTELIJKE VERKRIJGING

Alles wat iemand ten koste van het vermogen van de erflater heeft verkregen in verband met een rechtshandeling waarbij de erflater partij was, wordt geacht krachtens erfrecht door overlijden te zijn verkregen, als de erflater in verband daarmee tot aan zijn overlijden het genot heeft gehad van een vruchtgebruik dat ten laste is gekomen van de verkrijger. Deze fictieve erfrechtelijke verkrijging geldt alleen voor de partner en de bloed- en aanverwanten van de erflater tot en met de vierde graad.

Case

Een in gemeenschap van goederen gehuwd echtpaar had een kind. Beide ouders hadden in hun testament een ouderlijke boedelverdeling opgenomen.
De man overleed in 1991, de vrouw in 2012. Na het overlijden van de man werd zijn nalatenschap toebedeeld aan de vrouw. Het kind kreeg een vordering op moeder. Deze vordering was pas opeisbaar bij haar overlijden en droeg een enkelvoudige rente van 6% per jaar. In 1992 stelden moeder en kind bij de notaris een akte op, waarin aan de opeisbaarheidsgronden voor de vordering werd toegevoegd de opname van de moeder in een verpleeginrichting of bejaardentehuis. De rente van de vordering werd vastgesteld op 9% enkelvoudig. Eveneens in 1992 droeg moeder onder voorbehoud van een recht van gebruik en bewoning de economische eigendom van de voormalige echtelijke woning over aan haar kind. De koopprijs werd deels verrekend met de onderbedelingsvordering van het kind op zijn moeder. Het restant werd kwijtgescholden.

Afwijkende rentevergoeding

Na het overlijden van de moeder corrigeerde de Belastingdienst de ingediende aangifte erfbelasting in verband met een fictieve erfrechtelijke verkrijging. De correctie had betrekking op de tussen moeder en kind overeengekomen afwijkende rentevergoeding over de onderbedelingsvordering en op de overdracht van de woning onder het voorbehoud van het recht van gebruik en bewoning. Deze handelingen stonden los van de afhandeling van het testament van de vader en moesten daarom bij de nalatenschap van moeder in aanmerking worden genomen, omdat moeder tot haar overlijden het vruchtgebruik had gehad.


Wilt u meer weten over bovenstaande onderwerpen of heeft u andere vragen over wetgeving?
Ik beantwoord graag al uw vragen.

Pauline Bloemberg-Hirs

info@swartenco.nl

020-545 61 21

© Copyright 2019 – Swart&Co